PlayRight is de vennootschap die instaat voor het collectieve beheer van de naburige rechten van uitvoerende kunstenaars in België. De organisatie is een zogeheten CMO - Collective Management Organization. Net zoals Sena in Nederland, komt PlayRight op voor de (naburige) rechten van artiesten (acteurs en muzikanten). De CMO zorgt dat royalties bij de juiste personen terecht komen en belangen behartigd worden. Zoals Christophe van Vaerenbergh uitlegt: PlayRight is eigenlijk ‘het kleine broertje van auteursrecht’.
De organisatie heeft zo’n 16.000 aangesloten leden, waarvan 10.000 Belgen en de overige 6.000 buitenlanders. Op jaarbasis haalt PlayRight tussen de 16 en 18 miljoen euro aan rechten op voor rechthebbenden en keert deze uit. Via overeenkomsten zijn ze gebonden aan zogeheten ‘zusterorganisaties’ buiten België (waaronder Sena in Nederland), omdat het repertoire van de buitenlandse artiesten ook in België wordt uitgezonden, gedownload, verkocht en ten gehore gebracht (en uiteraard ook andersom). Het is een coöperatieve organisatie, in het bestuur zitten dan ook alleen artiesten, net zoals ook alleen artiesten zich (gratis) kunnen aansluiten bij de organisatie. Opkomen voor het naburige recht van artiesten doet PlayRight door het innen van vergoedingen van naburige rechten van makers en het beheren en uitkeren van deze vergoedingen. Voor PlayRight zijn er 3 manieren waarop er vergoedingen voor naburige rechten ontvangen, beheert en uitgedeeld worden: via Billijke vergoeding, Privé kopie (thuiskopieheffing) en vergoeding via het Leenrecht.
Billijke vergoeding
De billijke vergoeding is een verplichte licentie die betaald moet worden wanneer opgenomen muziek wordt afgespeeld op een publiek toegankelijke plaats. Het is dus een vergoeding voor het publiek, commercieel gebruik van muziek van uitvoerende kunstenaars en producenten ervan. Deze vergoedingen zijn een compensatie zodat je als muzikant mee kunt genieten van het economisch succes van een opname waartoe je een wezenlijke bijdrage leverde. De licentie wordt onder andere betaald door de omroepen (radiostations), winkeleigenaren, supermarkten, fitnesszalen, kappers, de horeca, discotheken en eventorganisaties. Kortom elke ‘zaal’ waar je muziek kunt horen. Jaarlijks haalt PlayRight hiermee zo’n 10-11 miljoen euro op aan vergoedingen voor rechthebbenden.
Thuiskopieheffing (of Privé kopie)
Laatst een telefoon gekocht en op de bon een bedrag zien staan voor ‘thuiskopieheffing’? Dit bedrag gaat ook over naburig recht. Onze wetten staan toe dat muziek en film gekopieerd mogen worden op verschillende apparaten (zoals cd’s, tablets, usb sticks, externe harde schijven en smartphones), zonder expliciete toestemming vooraf van de makers en uitvoerenden, op voorwaarde dat het gebruik alleen voor privé doeleinden is. Daarom betaal je als consument een klein bedrag, binnen de aankoopprijs, aan deze ‘privé kopie heffing’.
Vergoeding Leenrecht
Er bestaat ook een vergoeding voor het leenrecht en eigenlijk werkt dit hetzelfde als die van de privé kopie. Bibliotheken lenen werk uit, daarom storten ze een vergoeding voor de rechthebbenden van het audiovisuele werk dat zij uitlenen. Daarnaast werkt PlayRight er aan deze vergoedingen uit te breiden, door online platforms bijvoorbeeld aan te moedigen artiesten te belonen voor hun werk dat online verschijnt. Denk hierbij aan de verschillende streamingdiensten waarin veel muziek ten gehore wordt gebracht.
Dienstverlening PlayRight nog relevanter door corona
Dat 2020 een bijzonder slecht jaar is voor deze sector, kan ook Christophe beamen. ‘Ons werk is al een zeer complexe aangelegenheid. Met 16 duizend leden en een heel groot aantal opnames die over de Belgische radiozenders worden uitgezonden, televisiezenders, downloads en de rest, werken wij op enorme schaal. Big data is voor ons een dagelijkse realiteit. Daar proberen we ook mee om te gaan en het hoofd aan te bieden. Er zijn al veel eisen en stakeholders in dat verband, het is ingewikkeld om te komen tot een objectieve, correcte, efficiënte en zo snel mogelijke verdeling. Dat is de eeuwige uitdaging.’
‘Wij opereren in een kader dat heel erg gedomineerd wordt door toezicht van de overheid. Er is een toezichtsorgaan dat ons vergunt heeft om deze activiteit uit te oefenen, maar die ons ook bepaalde regels oplegt om snel, correct en efficiënt te verdelen. En toegang hebben tot alle relevante informatie die ons ook toelaat om die correcte verdeling te organiseren is voor ons van cruciaal belang. Niet enkel qua geloofwaardigheid, maar ook qua service, dienstverlening naar onze leden. Zeker vandaag. Wij beleven deze pandemie, deze corona crisis op een hele rauwe manier. Onze artiesten, vooral muzikanten, worden tweemaal getroffen. Zij kunnen niet optreden vandaag, releases van nieuwe albums worden uitgesteld, festivalzomer 2020 is volledig verloren gegaan.’
‘We waren de eerste sector om te sluiten en zullen ook als laatste weer open gaan’
‘Ik heb signalen vanuit de sector dat dat ook in 2021 niet zal gebeuren. Ondertussen wordt er enorm veel gebufferd. Er zijn maar zoveel data in een agenda, en je kunt niet 36 concerten of festivals, releases en optredens op eenzelfde datum plannen. Dus alles wordt naar achter geschoven. We waren de eerste sector om te sluiten en zullen ook de laatste zijn om terug open te gaan. In dat verband is dan ook het verdelen van de rechten die wij geïnd hebben, voor onze artiesten zeer belangrijk. En onderdeel van hun overleven. Dat mag je echt wel zo noemen. Overleven. En de verhalen die ik op dagelijkse basis hoor, zijn echt wel schrijnend. Het is nu nog relevanter door corona. Het helpen van artiesten zit echt in ons hart, de kern van wat wij doen.’
PlayRight Noodfonds
Om artiesten te helpen ‘overleven’ in dit crisisjaar, heeft PlayRight een tweetal dingen anders gedaan dan voorgaande jaren. Christophe: ‘Om onze leden en artiesten te helpen, hebben wij in essentie twee dingen gedaan. Als eerste hebben wij de verdelingen vervroegd en naar voren geschoven. Dat was heel belangrijk. Wij hebben binnen PlayRight ook een noodfonds gecreëerd voor onze leden. Wij hebben een socio-culturele, educatieve werking, waar we een aparte fondswerving voor hebben. Wat we daar hebben gedaan, is voor artiesten bepaalde sommen ter beschikking gesteld, onder voorwaarden, uiteraard. In elk geval voor die artiesten die geen enkele vorm van tegemoetkoming of hulp van de overheid konden rekenen. Geen werkloosheidsvergoeding of overbruggingskrediet, niets. Zero. Het gaat hier vooral om beginnende, jonge, artiesten, soms zelfs met kinderen. Vrij dramatische situaties eigenlijk. Volgens de meest recente cijfers die ik heb gezien, gaat het om ongeveer 150 artiesten die op maandbasis, sinds maart, rekenen op onze bescheiden tegemoetkoming. Voor hen betekent het letterlijk dat het een groot verschil maakt tussen eten op tafel kunnen zetten in de laatste weken van de maand of niet. Ik ken artiesten die hun instrumenten hebben moeten verkopen. Anderen die hun huis te koop hebben moeten zetten. Het is schrijnend.’
‘Ik ken artiesten die hun instrumenten hebben moeten verkopen’
‘Daarom is er een derde initiatief dat we hebben opgezet, samen met Sabam (Belgische Buma/Stemra) en twee belangenverenigingen. Het is een fonds voor Belgische muziek, een herlancering fonds, zeer specifiek, planmatig gaan werken rondom het terug opstarten van de Belgische muzieksector. Waar wij ook kijken naar het bedrijfsleven bijvoorbeeld en gewone burgers om donaties te geven. We zijn nu vollop bezig met de eerst projectenoproep die we gelanceerd hebben. Er zijn al meer dan 600 aanvragen binnengekomen, toch wel voor een totaalbedrag van 3 miljoen euro. Er is nu een enorme financieringsnood in de muzieksector voor doorstart projecten. Volgens de meest recente cijfers, hebben wij wat betreft de billijke vergoeding een inkomstenterugval van 1,5 miljoen euro op een totale inning van zo’n 10 miljoen euro. Dat is dus substantieel. Ik reken voor dit jaar, 2020, op een terugval van inkomsten van zo’n 10 a 15%. De algemene verwachting hierin, in België, dat de huidige lockdown maatregelen zullen verlengd worden, tot en met zeker 31 december en wellicht zelfs half januari. Dus de horeca? Forget it. Daar zitten we met een hele belangrijke terugval.’